Update meetinstructies: Lorenzo legt uit …
NIEUWS • 22 sep. 2018
De Branche Brede Meetinstructie (BBMI) beschrijft precies wat er wél en wat er niet mag worden gerekend tot de oppervlaktes van een woning. Lorenzo is verantwoordelijk voor de werkstroom van de meetrapporten die bij ZIEN24 worden opgesteld. Naar aanleiding van een seminar ‘Meetinstructies’ die hij onlangs heeft bijgewoond, praten wij u bij over het laatste nieuws omtrent dit onderwerp.
Belangrijk om te weten is…
…dat de BBMI bedoeld is om een eenduidige manier van meten toe te passen voor het geven van een indicatie van de gebruiksoppervlakte. De meetinstructie geeft vorm, inhoud en structuur aan de gebruiksoppervlakte. De opgegeven gebruiksoppervlakte is indicatief en kan niet als een garantie worden gezien. De meetinstructie sluit verschillen in meetuitkomsten niet volledig uit, door bijvoorbeeld interpretatieverschillen, afrondingen of beperkingen bij het uitvoeren van de meting.
Daarnaast hoort de BBMI te worden toegepast op woningen en niet op bedrijfsonroerendgoed, omdat hiervoor de NEN2580 is bedoeld. Een inmeting volgens de NEN2580 of BBMI kan dus van elkaar verschillen. Want de NEN2580 is veel uitgebreider, maar hanteert ook andere termen en classificaties. ZIEN24 meet de gebruiksoppervlakten van zowel woningen als BOG volgens de BBMI en niet aan de hand van de NEN2580.
Opvallend verschil
Zoals u wellicht al weet, worden onze inmetingen gedaan aan de hand van de meest recente BBMI, gebaseerd op de NEN2580. Vaak worden deze twee termen met elkaar verward.
Hieronder volgt uitleg over een opvallend verschil:
Er kan een verschil in uitkomst zijn wanneer er aan de hand van de hierboven genoemde begrippen wordt gemeten. Volgens de BBMI wordt de oppervlakte van een ruimte gemeten binnen de woningscheidende wanden. Dit gebeurt tevens bij een NEN2580-meting. Daarentegen worden bij de BBMI alle dragende en niet-dragende binnenwanden meegenomen in het gebruiksoppervlak. Integendeel tot de NEN2580.
De BBMI maakt daarnaast een onderverdeling in de volgende vier gebruiksoppervlakten. De NEN2580 kent deze onderverdeling niet:
§ Gebruiksoppervlak wonen
§ Gebruiksoppervlak overige inpandige ruimte
§ Gebruiksoppervlak externe bergruimte
§ Gebruiksoppervlak gebouwgebonden buitenruimte
Doorgevoerde verandering aaneengesloten oppervlak
Tijdens de seminar werd duidelijk dat het aaneengesloten oppervlak (het hele oppervlak van de verdieping) niet meer afzonderlijk per ruimte wordt beoordeeld. Wat betekent dit? Een verdieping kan tot gebruiksoppervlakte overige inpandige ruimte worden gerekend wanneer het aaneengesloten oppervlak met een hoogte van 2,00 meter of hoger is, maar kleiner is dan 4,00 m2.
Let op! Dit is alleen van toepassing wanneer het hoogste punt van de ruimte hoger is dan 2,00 meter en een gedeelte van de ruimte een hoogte bevat dat minder is dan 2,00 meter.
Een laatste belangrijke toevoeging is…
…dat onze inmeters de huidige situatie beoordelen aan de hand van de BBMI. Zij beoordelen niet of een bepaalde ruimte of object ook daadwerkelijk als woonruimte of een andere functie gebruikt mag worden. De makelaar dient dit zelf te onderzoeken en eventueel toe te lichten. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van vergunningaanvragen.
Heeft u vragen over de meetinstructies en hoe deze worden toegepast voor uw meetrapporten?
Neem gerust contact met ons op! Bel onze klantenservice via het telefoonnummer 010-340 5002 (optie 1) of chat met ons via uw dashboard.
Lorenzo Somford
Supervisor meetrapporten
Update meetinstructies: Lorenzo legt uit …
NIEUWS • 22 sep. 2018
De Branche Brede Meetinstructie (BBMI) beschrijft precies wat er wél en wat er niet mag worden gerekend tot de oppervlaktes van een woning. Lorenzo is verantwoordelijk voor de werkstroom van de meetrapporten die bij ZIEN24 worden opgesteld. Naar aanleiding van een seminar ‘Meetinstructies’ die hij onlangs heeft bijgewoond, praten wij u bij over het laatste nieuws omtrent dit onderwerp.
Belangrijk om te weten is…
…dat de BBMI bedoeld is om een eenduidige manier van meten toe te passen voor het geven van een indicatie van de gebruiksoppervlakte. De meetinstructie geeft vorm, inhoud en structuur aan de gebruiksoppervlakte. De opgegeven gebruiksoppervlakte is indicatief en kan niet als een garantie worden gezien. De meetinstructie sluit verschillen in meetuitkomsten niet volledig uit, door bijvoorbeeld interpretatieverschillen, afrondingen of beperkingen bij het uitvoeren van de meting.
Daarnaast hoort de BBMI te worden toegepast op woningen en niet op bedrijfsonroerendgoed, omdat hiervoor de NEN2580 is bedoeld. Een inmeting volgens de NEN2580 of BBMI kan dus van elkaar verschillen. Want de NEN2580 is veel uitgebreider, maar hanteert ook andere termen en classificaties. ZIEN24 meet de gebruiksoppervlakten van zowel woningen als BOG volgens de BBMI en niet aan de hand van de NEN2580.
Opvallend verschil
Zoals u wellicht al weet, worden onze inmetingen gedaan aan de hand van de meest recente BBMI, gebaseerd op de NEN2580. Vaak worden deze twee termen met elkaar verward.
Hieronder volgt uitleg over een opvallend verschil:
Er kan een verschil in uitkomst zijn wanneer er aan de hand van de hierboven genoemde begrippen wordt gemeten. Volgens de BBMI wordt de oppervlakte van een ruimte gemeten binnen de woningscheidende wanden. Dit gebeurt tevens bij een NEN2580-meting. Daarentegen worden bij de BBMI alle dragende en niet-dragende binnenwanden meegenomen in het gebruiksoppervlak. Integendeel tot de NEN2580.
De BBMI maakt daarnaast een onderverdeling in de volgende vier gebruiksoppervlakten. De NEN2580 kent deze onderverdeling niet:
§ Gebruiksoppervlak wonen
§ Gebruiksoppervlak overige inpandige ruimte
§ Gebruiksoppervlak externe bergruimte
§ Gebruiksoppervlak gebouwgebonden buitenruimte
Doorgevoerde verandering aaneengesloten oppervlak
Tijdens de seminar werd duidelijk dat het aaneengesloten oppervlak (het hele oppervlak van de verdieping) niet meer afzonderlijk per ruimte wordt beoordeeld. Wat betekent dit? Een verdieping kan tot gebruiksoppervlakte overige inpandige ruimte worden gerekend wanneer het aaneengesloten oppervlak met een hoogte van 2,00 meter of hoger is, maar kleiner is dan 4,00 m2.
Let op! Dit is alleen van toepassing wanneer het hoogste punt van de ruimte hoger is dan 2,00 meter en een gedeelte van de ruimte een hoogte bevat dat minder is dan 2,00 meter.
Een laatste belangrijke toevoeging is…
…dat onze inmeters de huidige situatie beoordelen aan de hand van de BBMI. Zij beoordelen niet of een bepaalde ruimte of object ook daadwerkelijk als woonruimte of een andere functie gebruikt mag worden. De makelaar dient dit zelf te onderzoeken en eventueel toe te lichten. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van vergunningaanvragen.
Heeft u vragen over de meetinstructies en hoe deze worden toegepast voor uw meetrapporten?
Neem gerust contact met ons op! Bel onze klantenservice via het telefoonnummer 010-340 5002 (optie 1) of chat met ons via uw dashboard.
Lorenzo Somford
Supervisor meetrapporten